woensdag 10 februari 2016

Jerry Hormone – Het is maar bloed

Jerry Hormone is een vriendelijke jongeman, bijna schuchter in de omgang. En dan  zulke vieze verhalen schrijven! ‘Het is maar bloed’. Zij zegt het. Zij is ongesteld en hij moet zich niet aanstellen. Als toetje likt zij hem schoon. ’Het is maar bloed’.


Hij is een slampamper uit het verhaal ‘Een engel van beton’. Hij drinkt de hele dag door bier en rookt zich suf aan sjekkies. Maar deze Jacco is ook kinderboekenschrijver, bekend van de verhalen met Lorre, het papegaaitje. Niet te verwarren met die andere kinderboekenschrijver van de leuke Borre-verhalen.

Jacco wordt door zijn ex-vriendin en haar kind Bas meegenomen naar een creatief vakantiepark. Terwijl Saskia hele dagen schildert, zit Jacco voor het vakantiehuis voor zich uit te staren: roken en drinken. Er gaat weinig om in zijn hoofd. ’s Avonds wordt er gezellig met de hele groep gekookt en heeft een ieder bij toerbeurt corvee.

De verveling van Jacco en de verveling van het alternatieve vakantiepark sluiten slecht op elkaar aan. Bas krijgt een hysterisch aanval. De volgende dag is het tijd om naar huis te gaan. Einde van dit mooie verhaal? Nog niet, want twee weken later gaat de telefoon. Of Jacco mee gaat naar de Efteling. Hij blaast zijn rook uit en zegt ja.

Dit  is een van de langere en betere verhalen in deze debuutbundel. Net als in de andere verhalen zijn de personages nogal oppervlakkig en niet tot enige verandering in staat, maar er zit een mooie slotpassage in.

In bijvoorbeeld het openingsverhaal ‘The Sims’ - vol vieze woorden en platte dialogen – gebeurt er nauwelijks iets. Het verhaal slaat - net als het leven van de twee losers - naar het einde toe dood als pis in een pot. Dat hoeft geen bezwaar te zijn, maar liever lees ik bijvoorbeeld ‘De spareribsclub’: over een toffe vriendenclub.

Voorafgaand aan de crematie van een van de vrienden leren we de vier kennen. Samen vraten zij zich iedere week, later wat minder vaak, vol aan de spareribs. Eerst in de omgeving Zuid-Beijerland, later tot aan Duitsland en België. Tijdens deze uitstapjes stroomde het bier rijkelijk. Gezellig en ellendig. Onvervangbaar is de overledene niet. Hij zal snel vergeten worden.

Er staan vijftien verhalen in ‘Het is maar bloed’. In stijl en lengte zit er voldoende afwisseling in. Sommige korte verhalen zijn absurd. Zo is er een meeuw die een oor vindt en op zoek gaat naar de eigenaar. Andere verhalen zijn nogal ziek, zoals ‘Klik-Klak’, waarin de goede bedoelingen van het adopteren van een foster-kindje genadeloos worden afgestraft.


Er valt in het hele boek volop te lachen. Jerry Hormone gebruikt veel snelle dialogen en schrijft soepel over alle mogelijke vormen van ellende. Het verhaal ‘Krant naar onze tegenwoordige smaak’ is atypisch. Het speelt op de middelbare school. De verhalen van een jongen, een buitenbeentje, worden door de schoolkrant geweigerd. Hij verlegt zijn ambitie naar de muziek. Slim weet hij op een schoolfeest aan voldoende geld te komen voor een gitaar. De ellende ontbreekt, er is nog hoop. Misschien lezen we er meer over in de volgende bundel van Jerry Hormone.

Geen opmerkingen: