zaterdag 16 januari 2016

Venedikt Jerofejev – Moskou op sterk water


Er zijn boeken die je af en toe moet herlezen. ‘Moskou op sterk water’ is een van de meest beroemde drankboeken uit de wereldliteratuur. De wereld van Jerofejev draait om drinken en filosoferen over drank. Venja is met de trein vanaf Moskou op weg naar zijn meisje in Petoesjki. Hij praat met de engelen om hem heen en met zichzelf, hij ontmoet mensen en vertelt over zijn leven.

Venja werd deze ochtend wakker in een hem onbekende portiek. Het was nog vroeg. ”Oh, dat is het smadelijkste en het meest machteloze uur van dag in het leven van mijn volk – de tijd tussen zonsopgang en het ogenblik waarop de winkels opengaan.”

Na flink wat geduld heeft Venja zijn drank ingeslagen. Met een volle koffer gaat hij de trein in: twee flessen Koebanski wodka, twee kwartlitertjes Rossijski wodka en zoete rosé van één zevenendertig.

In gesprekken met zichzelf en met zijn medereizigers komt de Russische literatuur  voorbij: het waren stuk voor stuk dronkenlappen. De Franse liefde wordt besproken. Een Fransman ziet meteen het verschil tussen een harde en zachte sjanker, een Rus niet.

Venja vertelt over zijn werk als ploegleider. Ze rolden een kabel uit en gingen eenentwintigen en zuipen: “de één dronk vermouth, een ander, die ‘t wat minder goed kon doen, eau de cologne ‘Fris op’, en wie wat meer pretenties had ging cognac zuipen op het internationale vliegveld Sjeremetjevo. En dan gingen we naar bed.”

Hij kortte het werkproces in door ’s morgens de kabel niet meer uit te rollen. Zijn wetenschappelijke geest werd rusteloos. Hij maakte grafieken van het dagelijkse drankgebruik van zijn medewerkers. Iemands gehele ziel was erin af te lezen. Hij bleef niet lang ploegleider.

De jeugd van tegenwoordig ontbreekt het volgens Jerofejev aan een grootse, meeslepende levenswijze. “Wat is er bijvoorbeeld  verhevener dan experimenten uitvoeren op jezelf?” Hij goot op donderdagavond in één keer drie en een halve liter drank naar binnen, wodka met bier of wodka met wijn. Geheid werd hij nooit op vrijdagochtend wakker, maar pas op zaterdagochtend. En niet in Moskou, maar ergens langs de spoorbaan.

Beroemd is Jerofejev vanwege zijn cocktails: de ‘Balsem van Kanaän’, ‘De Geest van Genève’ en zijn beroemdste ‘De tranen van het Komsomolmeisje’. De samenstelling luistert nauw, “in de wereld van componenten bestaan geen equivalenten.” Deze cocktail bevat onder meer lavendel, verbena, nagellak en mondspoelmiddel.

De verhalen in de trein worden steeds gekker. Er komt een nieuwe voorraad wodka op tafel en iedereen pakt zijn drinkgerei. “En kleinzoon – die toverde zelfs een enorme soeplepel tevoorschijn, ergens tussen z’n schaambeen en z’n diafragma vandaan…”

Een treinkaartje heeft niemand bij zich. De hoofdcontroleur rekent de zwartrijders af in grammen wodka. Op station Orjechovo – Zoejevo  valt hij bewusteloos de trein uit. “Alle boete gutste met geweld zijn pens uit en vloeide in stromen over het perron.”

Dan ontmoet hij de duivel met zijn kannibalenlach, die hem onbegrijpelijke raadsels opgeeft. Venja raakt steeds verder de weg kwijt, ook letterlijk. De trein blijkt op de weg terug naar Moskou. Zijn meisje in Petoesjki zal hij nooit meer zien. Hij wankelt door Moskou. Het loopt slecht met hem af. Hij weet al dat hij spoedig zal sterven, zonder deze wereld aanvaard te hebben. “Immers, is het menselijk leven niet een uiterst kortstondige zatheid van de ziel?

Geen opmerkingen: