woensdag 25 november 2015

Onno Blom – De conversationalist


Theo Sontrop was een bekende uitgever in het genre Martin Ros en Geert van Oorschot. Hij leeft thans teruggetrokken op Vlieland, tussen enorme stapels boeken. Hij is uitgeamsterdamd. In het schrijven van een autobiografie heeft hij geen zin.

In dit boek van bescheiden omvang heeft Onno Blom zijn levensverhaal opgetekend. Het reisde tien keer naar Vlieland om met Sontrop te praten.

Vanaf zijn jeugd was Sontrop een verwoed lezer. Hij studeerde jarenlang Frans en werkte ’s nachts bij de posterijen om dat te bekostigen. In 1962 verscheen bij Van Oorschot zijn eerste dichtbundel: ‘Langzaam kromgroeien’. Dat jaar ging hij wonen op Jagtlust, het buitenhuis van Fritzi Harmsen van Beek. Elke dag was het feest. Het was een verzamelplaats van schrijvers en kunstenaars. Onder anderen Gerard Reve, Remco Campert en Cees Nooteboom kwamen er.

Via wat niet-literaire uitgeverijen kwam Sontrop terecht bij Meulenhoff. Hij had een goeie neus voor talent, werkte hard aan het uitbouwen van zijn fonds en oogstte successen. Biesheuvel debuteerde bij hem. De schrijver wilde zijn debuut ‘Ohne Trilafon keine Gedanke’ noemen. Sontrop stelde ‘In de bovenkooi’ voor.

Bij Meulenhoff deed Sontrop op een gegeven moment al het werk. De directeur lag de gehele dag dronken in zijn kantoor. Sontrop stapte daarom over naar de Arbeiderspers en vormde daar met Martin Ros een legendarisch duo. Zij zochten en vonden talent. En zij gaven boeken uit die zij zelf mooi vonden en waarvan zij wel wisten dat er weinig van verkocht zouden worden.

Ros had altijd 100 ideeën en was een chaoot. Sontrop was de man met de verfijnde smaak. Hij zorgde voor fraaie omslagen en de mooie typografie. Samen zetten zij de privédomein-reeks op. Sontrop werd uitgemaakt voor snob, maar daar zat hij niet mee. “Ze zijn het zout in de pap van de cultuur. Snobs heb je nodig om de orde te handhaven, net als de ME.”

Het waren mooie jaren, maar Sontrops carrière eindigde in een teleurstelling. Hij werd het slachtoffer van fusies en de concernpolitiek van managers. “Geldwolverij heeft de literaire uitgeverij in de greep gekregen”. Overigens ziet Sontrop dat er de laatste jaren een kentering gaande is: nieuwe kleine uitgeverij hebben weer meer oog voor kwaliteit.

De ware redenen van zijn vertrek bij de Arbeiderspers zijn schimmig, schrijft Onno Blom. Sontrop ontkent dat zijn vermeende alcoholisme er iets mee te maken had. Al met al is hij opgelucht weg te zijn uit Amsterdam. Nu heeft hij alle tijd om al die prachtige boeken te lezen. Zijn enige zorg is dat hij zal sterven voordat hij uitgelezen is.

Geen opmerkingen: