Thomas Verbogt is geboren in
Nijmegen. Later woonde hij in Arnhem. In dit boek vertelt hij over deze twee
steden: het zijn herinneringen, bespiegelingen en sterke verhalen. Verbogt was
in 2010 Artist in Residence en heeft hiervoor een tijdje gebivakkeerd in het
Nijmeegse Besiendershuis.
Het thema
van ‘Herfst in het Oosten’ is een zoektocht naar een plek waar je je kunt thuis
voelen. In zijn herinnering is het Nijmegen van zijn jeugd een verloren
paradijs. “Als je 27 jaar in een stad woont, zijn daar uiteraard veel gelukkige
dagen bij.” Verbogt verbindt dit geluk met zijn herinneringen, bijvoorbeeld aan
de herten in het Kronenburgpark. Ook aan het licht boven Nijmegen denkt hij
terug. Dit licht is nergens anders in Nederland te zien, het is uniek.
Maar
Nijmegen is ook saai, net als veel middelgrote steden in Nederland. “Als de
wereld zelf zou mogen beslissen wanneer het tijd was zichzelf maar eens op te
heffen, zou de wereld ongetwijfeld vinden dat een zondagmiddag in een niet al
te grote Nederlandse stad wel een mooi moment is.”
Verbogt
studeerde eind jaren zeventig in Nijmegen. De universiteit was een bolwerk van
links activisme. Hij kwam toen vaak in het eettentje d’Olde Heerd. Je kon er
bijna voor niets eten. Er aten veel studenten en de eigenaar was een zuiplap.
Eenmaal leverde de eigenaar commentaar op twee mannen die elkaar bijna
gewelddadig zaten te zoenen. Dit werd niet gepikt, dus er volgde aksie. Dit kon
teveel worden voor de eigenaar. Verbogt voerde hem dronken en de aksie ging
grotendeels aan hem voorbij. De aksievoerders aten hun dagschotels. “Ik denk:
dit is héél erg Nijmegen, er wordt aksie
gevoerd, maar eigenlijk gebeurt er niks.”
In Arnhem
ging het er ruiger aan toe. Verbogt beschrijft zijn belevenissen met Long Tall
Ernie en Hank teh Knife. Het zijn prachtige verhalen over verlangens en ambities
die bij voorbaat tot mislukken zijn gedoemd. Vaak is er drank in het spel, ook
foute managers en verkeerde keuzes. Wat rest is een doffe berusting bij hen die
in Arnhem zijn blijven wonen.
‘Herfst in
het Oosten’ is een mooi boek, geïllustreerd met zwart-wit foto’s die passen
bij de sfeer van de teksten. Veel van de verhalen stonden al in eerdere boeken
van Verbogt. Zijn herinneringen aan Arnhem zijn het sterkst verwoord in het
verhaal ‘Onder de dekens’, dat begint met de vaststelling dat je alleen over
Arnhem kunt schrijven als je er niet meer woont.
“Arnhem is
altijd ver weg. Het is laat op de avond, het regent, er gaan nog treinen en een
van die treinen gaat naar Arnhem. Daar is een speciale spoorbaan voor
aangelegd. Arnhem ligt aan het einde ervan.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten