maandag 15 september 2014

Heere Heeresma – Spreekt met Winter en ’t komt in orde…



Het oeuvre van Heere Heeresma is groot en wat onduidelijk. Hij publiceerde bij een flink aantal uitgeverijen en veel van zijn boeken zijn herdrukt in verschillende versies.


Dit boekje kwam uit in 1986 bij de Prom Bibliofiel en bevat publicaties uit kranten tijdschriften. Op de achterflap stelt Heeresma dat het veelal verzoeken waren die één ding gemeen hadden: “ze proberen voor minder dan een stuiver  op de eerste rij te zitten. Waarom deze auteur op die uitnodigingen ingaat, zal dan ook wel weer zo’n goed bewaard literair geheim blijven.”

Een aantal van de stukken uit Spreekt met Winter is later in andere boeken van Heeresma opgenomen. Het is een nogal gemengde bundel: autobiografische stukken, verhalen en een interview.

Heeresma kon zich er helemaal in laten gaan. Er kwam geen redactie aan te pas om zijn tomeloze grootspraak enigszins in te dammen.

‘Walsend over gazons’ is een interview voor muziektijdschrift Oor door Bart Chabot. Heeresma vindt het zijn allerbeste interview: “een integere dus eksakte weergave van wat werd gezegd.” Chabot gebruikt geen hoofdletters, wel veel puntjes en geeft sommige woorden fonetisch weer.

Heeresma vertelt over zijn leven als trucker, schipper, jager, handelaar, etc. Hij verhaalt over hoe hij een keer overvallen werd, daarna de 2e dan karate haalde en bij een volgende overval wraak nam. Maar hij is ook een goed Christen. Zijn boeken redden mensenlevens.

Heeresma heeft overal een mening over. Chabot stelt geen enkele kritische vraag. Bescheiden is de geïnterviewde niet en de overdrijving is nooit ver weg.

Over drugs: “oh drugs, drugs, ik mag ’t bijna uitgevonden hebben. maar ik ben sterker dan de meest meeslepende drugs.”

In de oorlog zag hij als jochie Bep van Klaveren boksen: “daar heeft bep in zijn eentje de ss uitgeschakeld. in 4 partijen heeft ie alle ss-kampioenen álle hoeken van álle ringen ter wereld laten zien. daarom is bep naast prins bernhard de ongekroonde prins voor mij. want wat ie deed was niet alleen buitengewoon vermoeiend, ’t was ook buitengewoon dapper.”

Over Den Haag heeft Heeresma een eigen mening: ”den haag is de stad van de stille dronkenschap. een dronkenschap zo hevig & diep dat ie onbeschrijfbaar is. er is geen stad waar zo ontzettend veel stille drinkers  zich dooddrinken. op ’n keukenstoel voor ’t venster, als den haag. den haag is de mensen die voorover in de hofvijver gevonden zijn & waarover de persberichten zwijgen. den haag, dat is in stilte moord & doodslag.”

Helemaal los gaat Heeresma in het verhaal ‘Bitter als gal, tranendal’. Gelukkig valt  hier ook voldoende in te lachen. Heeresma beschrijft een bezoek aan zijn vriend Lothar, wapenhandelaar, gespecialiseerd in handvuurwapens.

Voorafgaande vertelt hij over een incident waarbij hij gek gemaakt door de bureaucratie een vrouw een klap gaf. Na enige spijtbetuiging concludeert hij dat geweld hoort bij het bestaan. De overstap naar de wapenhandel is dan snel gemaakt.

Lothar geeft een feestje om zijn nieuwe aanwinsten te tonen. Hij heeft een aantal ossenkadavers opgehangen. Er ligt een groot aantal wapens klaar. Heeresma weet alle merken en hun kwaliteiten op te sommen. Dan ziet hij zijn favoriet, die hij nog nooit in de hand heeft mogen houden, de M-60! Het is geen echt handwapen.

Heeresma pakt het wapen op, schiet de ossenlijken aan flarden en ruïneert tot schrik van de andere gasten de hele tuin van gastheer Lothar. “En nog steeds weet ik niet of ik het wapen of het wapen mij schoot. Koninklijk koninklijk, een ander woord is er niet voor.”

Geen opmerkingen: