donderdag 12 juni 2014

Maarten ’t Hart – De versnijdenis


De Versnijdenis is een uitgave van de ‘cahiers voor de letterkunde’ uit 1982 en bevat naast het titelverhaal het verhaal ‘De neef van Mata Hari. 

In het eerste verhaal is de hoofdpersoon biologieleraar op een middelbare school. Hij kan geen orde houden. Het moment dat de kinderen joelend het lokaal betreden is niet te beschrijven. “Het lijkt of er iets in je afsterft, of je spijsvertering tot stilstand komt, op de galblaas na. Vanaf de nek tot het staartbeentje kruipt er een schorpioen over je ruggewervels en de tenen krommen zich als voor een noodsprong.”

Hij zoekt dan haastig de Bijbeltekst op die die dag gelezen dient te worden: Philippenzen 3 vers 2. Daarmee zijn ze even rustig. Het grootste etter in de klas is Pietje Keetbaas, waarin we onmiddellijk de schaker Herman Keetbaas herkennen. Maarten ’t Hart is korte tijd leraar geweest op het Groen van Prinsteren in Vlaardingen. Op de achterflap noemt hij Herman expliciet: ‘een heel  klein mannetje vooraan’. Hij verstond hem verkeerd en dacht dat hij Herman Stekelbaars heette. Hilariteit alom.

In het verhaal haalt Herman een flauwe grap uit met een skelet. Na nog meer gekeet in de klas gaat de leraar door het lint, slaat een stok doormidden en duwt een onschuldige jongen iets te ruw terug in zijn stoel. Deze jongen, Jacob, beklaagt zich bij hem na afloop van de les. Jacob dreigt het ‘slaan’ aan de rector te melden, waarmee hij ontslagen zou worden. “Dat zou prettig zijn. Ik ben helemaal niet geschikt voor leraar, ik was vroeger net zo’n jongen als jij en daarom ben ik geen goede leraar.”

In het tweede verhaal 'De neef van Mata Hari' loopt het ook slecht af met een carrière. De nieuwe dominee in het dorp is nogal apart. Hard fietst hij door het dorp, luidruchtig psalmen zingend. Zijn preken zijn overdonderend.  De veertienjarige jongen die bewondering voor hem heeft ziet de dominee op een keer ’s nachts in dronkenschap afgevoerd worden. Hij is geschokt. Het wordt erger. De dominee is ’s nachts vaak op pad. Waarheen gaat hij op zijn fiets? Ouderlingen trachten hem te achtervolgen om hem op wangedrag te kunnen betrappen.

Door een stom toeval verraadt de jongen hoe de dominee telkens weet te ontkomen aan zijn  belagers. Op Katendrecht zien zij hem tenslotte het huis van een meisje uitkomen. De smoes dat hij gevallen vrouwen  op het rechte pad wilde brengen wordt niet geloofd, “al ben ik er zeker van dat hij ze eerst gebruikte voor hij ze bekeerde.” De dominee wordt geschorst, “ hij verdween uit de stad en soms hoorden we dat hij op kermissen als worstelaar zijn geld verdiende.”

1 opmerking:

Alek Dabrowski zei

De gebeurtenissen in 'De neef van Mata Hari', verteld door een ik-figuur, duren een paar weken.