donderdag 5 december 2013

Olaf Koens – Koorddansen in de Kaukasus


De Hermans-biografie is wat te dik om te lezen in de trein. Daarom stak ik dit reisboek mee. Ik wilde het al enige tijd lezen. Olaf Koens is journalist in Rusland en is vele malen in de Kaukasus geweest. Sommige stukken in deze bundel zijn eerder in de krant verschenen, maar  ‘Koorddansen in de Kaukasus’ vormt een mooi samenhangend geheel.


Het boek leest als een avonturenroman. Het lijkt erop dat Koens in elk Kaukakisch land op zoek gaat naar de meest afgelegen of gevaarlijkste plek. Als geen taxichauffeur hem naar de een of ander Tsjetsjeens terroristendorp wil vervoeren en iedereen het hem ten zeerste afraadt, dan doet hij er juist alles aan om in dat dorp te geraken. Het is niet verbazingwekkend dat hij regelmatig in gevaar komt. Hij wordt overvallen, gevolgd door ongure types of staat bloot aan ondervragingen. Maar uit zijn laconieke manier van vertellen weet je bij voorbaat al dat het goed afloopt.

Wat is er zo leuk aan de Kaukasus? De verscheidenheid, de vele verschillende landjes en culturen, de eeuwenoude vetes, de dubbele moraal, de gastvrijheid en het absurdisme spreken mij erg aan. Maar dan wel om erover te lezen, niet om er zelf heen te gaan. Voor Tblisi maak ik een uitzondering.

Koens doet niet aan analyses. Het geeft geen antwoord op vragen hoe de regio geworden wat het nu is of wie de schuld heeft aan de chaos in diverse landen. Vooral met anekdotes en ontmoetingen schets hij het beeld van deze streek.

Koens bezoekt een buitenverblijf van Stalin in Abchazië. Met enige moeite komt hij het omheinde complex binnen. Een dronken bewaker leidt hem rond. Stalin vertrouwde zelfs zijn eigen bewakers niet en had verschillende slaapkamers. ‘s Nachts wisselde hij regelmatig van kamer. Er staan weinig originele spullen meer. Het meeste is verpatst en de datsja is te huur voor feestjes. Alleen een tapijt is authentiek. De bewaker loopt eromheen, maar stampt er even later met zijn schoenen op: “Dat die klootzak mag rotten.”

In buurland Georgië zijn nog volop herinneringen aan Stalin te zien: in het museum geen kritisch  woord over de man, want hij heeft ook veel goeds gedaan. Een reusachtig beeld siert het plein van Gori. Drinken doen ze ook in Georgië, vooral de wijnen zijn beroemd. Koens komt terecht op een bacchanaal met uiteraard de nodige wodka, een striptease en gekots uit een raam. Echt Georgisch is het onthoofden van wijnflessen met een groot zwaard dat nog aan de opa van een der feestvierders toebehoorde.

Vreselijk is het lot van apen die gebruikt werden voor experimenten in een laboratorium in Abchazie. Het in de ruimte schieten van de arme beesten was nog het minste wat de geleerden deden. Er werd serieus gepoogd apen met mensen te kruisen, in de tijd dat ook Mengele zich met dergelijke gruwelijkheden bezighield. Tijdens de oorlog van 1992-1993, waarmee Abchazië onafhankelijk werd van Georgië, zijn veel apen van de honger en dorst omgekomen.

Koens bezoekt bijna alle landen in de Kaukasus zoals Armenie en Azerdeidzjan, maar ook deelrepublieken van Rusland als Ingoesjetië, Dagestan en de plek waar binnenkort de Olympische Spelen worden gehouden, het bizarre Sotsji. Ik moet een keuze maken. Niet alle avonturen kan ik hier herhalen. Lees het boek zelf maar. Toch een kleine greep.

In Tsjetsjenië is het een ongeschreven regel om tijdens het dansen van de Lezginka je pistool in te leveren: voortdurend ziet Koens wapens over en weer gaan in een lokale discotheek-nachtclub-rovershol.
Naftalan in Azerbadzjan staat bekend om zijn oliebaden. Het schijnt gezond te zijn. Natuurlijk ondergaat Koens zelf een oliebad en ruikt nog dagen naar petroleum.

De titel van Koens boekt slaat op het dorp Tsovka in Dagestan. Hier bestaat een eeuwenoude traditie van koorddansen. De opa van het dorp verhaalt over vroeger, toen Tsovkezen carrière maakten in het staatscircus. Ook hier doet de auteur aan participerende journalistiek en bewandelt met succes het koord. Hij mag blijven, trouwen met een kleindochter en de traditie levend houden.

Tot slot, in de regio wordt het schaken nog toegepast als middel om aan de vrouw te komen. Moeders staan er niet altijd negatief tegenover:  “Mijn tweede dochter is zestien, ze heeft mooie borsten. Ik hoop dat iemand dit opmerkt en haar wil  kidnappen. We hebben echt niets meer om haar uit te huwelijken.”

‘Koorddansen in de Kaukasus’ is kortom een mooi boek. Ik las het in anderhalve dag uit. ‘Kleine landjes’ van Jelle Brandt Corstius heeft veel gemeen met Koens boek. Het speelt zich ook af in de Kaukasus en Brandt Corstius heeft ook een goed oog voor het obscure. Koens is denk ik nog iets avontuurlijker en zijn boek is Kuifje-achtiger.

Geen opmerkingen: