De eerste drie delen van de autobiografie van Marten Toonder
heb ik jaren terug met plezier gelezen. Het zijn geen streng historisch-chronologisch
en feitelijk kloppende boeken, maar dat doet er niet toe. Je krijgt een goed
beeld van Toonders denkwereld en leefwijze.
Dit vierde deel, een korte epiloog, gaat over Tera. Na de
dood van Toonders levensgezellin Phiny is hij jarenlang van de kaart. Dan ontmoet
hij de twintig jaar jongere componiste Tera. Zij zijn voor elkaar bestemd. Toonder
behandelt haar als een echte heer en vraagt haar na enige tijd ten huwelijk.
Verwacht geen woeste bedscènes in deze autobiografische ontboezemingen. Wel
spat het geluk ervan af.
Vlak voor hun huwelijk voltrekt zich een ramp. Tera heeft
kanker. Zij heeft niet lang meer te leven. Er rest voor beiden nog een korte
periode van zowel intens geluk als hartverscheurend verdriet. Tera sterft in
Nederland en Marten Toonder neemt de gevulde urn mee naar Ierland om de as daar
uit te strooien. Bij de douane op Schiphol wordt hij aangehouden. De urn lijkt
verdacht veel op een bom. “Ik ben bang dat dit onderzocht moet worden ‘ zei hij
meelevend.’ Die papieren en zo zullen best in orde zijn, maar u begrijpt – dat
is allemaal gemakkelijk te vervalsen.” Het is beschamend. Dankzij het telegram
van de koningin dat Toonder bij zich heeft, mag de urn het land uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten