Dit boek is onder de Nederlandse titel ‘Ons feilbare denken’
langzaamaan een bestseller aan het worden. Bij de bibliotheek zijn alle
exemplaren constant uitgeleend en bij Polare liggen er stapels op de begane
grond. Daniel Kahneman is een Nobelprijswinnaar economie. ‘Thinking, Fast and
Slow’ is meer dan economie. Het boek gaat over psychologie, kansberekening,
denken, intuïtie, biologie, misvattingen, waarneming, etc. Kahneman geeft
een beeld van de menselijke geest met alle vernuft en alle gebreken.
De kern van zijn verhaal is dat ons denken wordt
beheerst door twee systemen, die hij simpelweg systeem 1 en systeem 2 noemt.
Systeem 1 is onze intuïtie; deze zorgt ervoor dat we snel beslissingen kunnen
nemen. De hele dag door maken we gebruik van dit systeem om te reageren op onze
omgeving. Systeem 2 wordt gebruikt om ingewikkelde zaken op te lossen, maar
systeem 2 is lui (laziness is built deep into our nature) en moet geactiveerd
worden. Als systeem 1 een oplossing heeft die aannemelijk klinkt blijft 2 inactief.
Systeem is niet uit op waarheid, maar op coherentie.
Autorijden, makkelijke sommen oplossen, schattingen maken, snelschaken en
iemand inschatten bij een sollicitatiegesprek, we doen het met onze intuïtie
van systeem 1 op basis van vertrouwdheid en coherentie, niet op basis van
kennis. Weinig weten maakt het juist makkelijker om alles in een coherent
geheel te zien. Helaas leunt onze intuïtie veel op vooroordelen en heeft het vaak mis. De chaotische werkelijkheid is complexer dan we met onze intuïtie
ervaren.
Kahneman gebruikt tal van puzzeltjes en voorbeelden om
de twee systemen te illustreren. Onderzoek naar het aannemen van sollicitanten
laat zien dat heel vaak niet de juiste mensen worden aangenomen. De deskundigen
op televisie hebben het zelfs meer dan op basis van toeval bij het verkeerde
eind. En vooral deskundigen met een coherent en eenduidig verhaal, inspelend op
systeem 1, weten werkelijk bijna niets juist te voorspellen. Kenners van de
beurs scoren evenmin beter dan iemand die met een dobbelsteen gooit om
beslissingen te nemen.
Sowieso wordt gelukkig toeval volgens Kahneman veel te
veel beloond alsof het kunde is, bijvoorbeeld op de beurs of op het sportveld.
Achteraf is bij het behalen van je gelijk overal een zinvol verhaal van te maken,
vooraf is het speculatie. Het vreemde is dat over sommige dingen wel degelijk goede voorspellingen zijn te doen. Een mooi voorbeeld dat Kahneman geeft is dat van
de wijnkenner. Met een simpel logaritme en een paar variabelen is het goed
mogelijk te voorspellen welke wijn over een paar jaar goed zal smaken en dus
veel zal opleveren. Wijnkenners negeren deze kennis bijna geheel en blijven
leunen op hun gebrekkige intuïtie. Systeem 1 heerst hier.
Thinking, Fast and Slow is een dik en zeer rijk boek.
Alle onderwerpen behandelen of samenvatten is niet te doen. Ik geef daarom een
kleine selectie.
Kahneman gaat uitgebreid in op statistiek en laat zien
dat soms uit kostbare en uitgebreide onderzoeken de verkeerde conclusies worden
getrokken wegens gebrek aan statistisch inzicht. Zo zouden kleine scholen het
meest succesvol zijn. Maar het klein zijn betekent al dat er een grotere kans
bestaat op een afwijking van het gemiddelde. Onder de kleine scholen zitten
daarom ook de slechtst scorende.
Ook is duidelijk dat de manieren waarop je statische
uitkomsten of keuzemogelijkheden verwoordt beslissend zijn voor de keuzes die
mensen maken; samengevat: een positief verhaal (40% wordt gered) in termen van
zekerheid scoort beter dan een negatief verhaal (60% kans niet te overleven).
Priming speelt ook een rol in onze beslissingen
en vindt vaak onbewust plaats. Een bekend experiment laat dit zien. Op een
kantoor doen mensen zelf geld in een bakje om te betalen voor hun
koffie. Een afbeelding met een paar ogen zorgde ervoor dat mensen minder vaak
‘vergaten’ te betalen. Na afloop zeiden mensen
hierdoor niet beïnvloed te zijn, de bedragen lieten anders zien.
Heel bekend is de video met een gorilla op een
basketbalveld. Deelnemers wordt gevraagd een opdracht uit te voeren, te tellen
hoe vaak de bal wordt overgespeeld en zien dus niet een gorilla over het veld
lopen. Achteraf vinden deelnemers het onbegrijpelijk. We zij soms ‘Blind to the
obvious’, maar zoals Kahneman stelt ook ‘blind to our blindness’.
Als gevraagd wordt een leeftijd te schatten van iemand
kan voorinformatie een wereld van verschil maken. Gevraagd of Gandhi 115 jaar
oud geworden is, zeiden proefpersonen dat dit niet zo was. Vervolgens werd
gevraagd hoe oud hij dan wel is geworden. De schattingen lagen extreem veel
hoger dan bij mensen die de eerste vraag niet kregen voorgelegd. Om dit
soort redenen zijn objectieve enquêtes heel lastig. De plaats waar een optie
staat en zelfs een ander lettertype geven afwijkende uitslagen.
Kahneman
bespreekt uitvoerig het Linda probleem: “Linda is 31 years old, single,
outspoken, and very bright. She majored in philosophy. As a student, she was
deeply concerned with issues of discrimination and social justice, and also
participated in anti-nuclear demonstrations.” Vervolgens wordt gevraagd
wat meer waarschijnlijk is: “Linda is a bank teller” of “Linda is a bank teller
and is active in the feminist movement”
U begrijpt het al, de overgrote meerderheid kiest voor
optie 2, wat fout is. Het experiment is in vele varianten uitgevoerd en de
uitslag is altijd hetzelfde. De conclusie is dat meer achtergrondinformatie een
verhaal meer plausibel maakt, maar niet meer waarschijnlijk.
Zo behandelt Kahneman vele onderwerpen en komt tot
conclusies als: kennis van een algemene regel heeft geen effect op onze
overtuigingen over individuele gevallen. En ook: mensen overschatten
onwaarschijnlijke gebeurtenissen en laten dit onevenredig veel meewegen in hun
beslissingen.
We reageren ook veel sterker op dreigingen dan op kansen: “Bad is stronger than good” en “We fight harder to prevent losses than to achieve gains.”
We reageren ook veel sterker op dreigingen dan op kansen: “Bad is stronger than good” en “We fight harder to prevent losses than to achieve gains.”
In de laatste hoofdstukken bespreekt Kahneman
onderzoek naar geluk. Opmerkelijk genoeg geeft in Amerika huishoudelijk werk
evenveel geluk als omgang met de kinderen. In Frankrijk ligt dit anders. Verder
blijkt dat religie niet leidt tot reductie van depressieve gevoelens.
Interessant is dat Kahneman dit soort beweringen doet
op basis van vele intelligente experimenten en hij bouwt op enorm veel
onderzoek. De bespiegelingen vinden daarna pas plaats. Veel filosofen doen het
andersom: eerst de theorie en vervolgens de feiten erbij zoeken. Vaak wil hij
ons wijzen op het volstrekt irrationele van ons gedrag en het toeval in
ons dagelijks leven. Tegelijkertijd verzet ons hele wezen (systeem 1) zich
hiertegen. Toeval en willekeur worden nauwelijks erkend door ons.
Tot slot een laatste sterk staaltje van irrationele
keuze, de zgn. peak end rule. Als het gaat om pijnbeleving herinneren mensen
zich achteraf vooral de ergste pijn en de pijn die zij als laatst hebben
gevoeld. Zij beleven echter op het moment zelf wel alle diversiteiten aan pijn.
In een experiment houden proefpersonen een minuut hun handen in ijskoud water. Daarna volgt een tweede sessie van 1 minuut met als toegift een halve minuut in minder koud water. Achteraf wordt gevraagd om ten behoeve van het experiment een van de sessies over te doen. Men kiest massaal voor de tweede optie, dus voor een halve minuut meer onaangename ervaring.
In een experiment houden proefpersonen een minuut hun handen in ijskoud water. Daarna volgt een tweede sessie van 1 minuut met als toegift een halve minuut in minder koud water. Achteraf wordt gevraagd om ten behoeve van het experiment een van de sessies over te doen. Men kiest massaal voor de tweede optie, dus voor een halve minuut meer onaangename ervaring.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten